Nou ik kon mijn lol weer op gisteren.
Al een tijdje deed onze mediabox van U.P.C. het niet. Kregen steeds het bericht : Geen signaal, controleer kabelaansluiting.
Nou dat had Wilbur al een aantal keren gedaan, maar alles zat zoals het hoorde. Belde met U.P.C. en kreeg weer te horen dat het aan de startkabel zou liggen en indien dat het geval was en er zou een monteur komen, dan moesten wij de voorrijkosten betalen.
Enfin Wilbur een startkabel van iemand anders (één die het bij hen thuis wel deed) uitgeprobeerd, nog steeds signaal verlies. Afspraak met een monteur gemaakt. Die zou dus gisteren komen tussen 11.00 en 13:00 uur. Nou je voelt hem al met je klompen aan, die kwam dus niet. Om kwart over één vond ik dat we moesten bellen, maar Wil wachtte tot half twee. Ze zouden ons terug bellen over de stand van zaken. In de tussentijd gingen Wil en ik (met telefoon) naar zolder omdat de droger rare geluiden maakte. Toen we een kwartiertje later beneden kwamen lag er een briefje van de monteur op de mat. Nou weet ik niet wat de brave man gedaan heeft, maar onze klepper gaat je door merg en been, wist zeker niet waar de klepper hing.
Vervolgens belde Wil met U.P.C. die zeiden dat we contact op moesten nemen met Guidion, het bedrijf dat de monteurs leverde.
Nou vond ik Wilbur veel te lief door de telefoon en ik begon er weer schoon genoeg van te krijgen. Dat is best wel weer grappig want op het werk kreeg ik eens te horen van de super vieze (visie), dat ik veel te lief deed. Nou laat ik één ding vertellen, kom me niet te na, dan blijft er van dat "lieve" niet veel meer over.
Eerst beleeft het verhaal aan (meneer) Gideon vertelt. Die verwees mij naar U.P.C., die maar weer teruggebeld. Nou je kent dat wel, eerst moet je van alles intikken en naar temerige muziek luisteren voor je iemand aan de lijn krijgt. Al met al kwam het er op neer dat voor een nieuwe afspraak U.P.C. mij verwees naar Gideon en die weer andersom. Kortom "spekkie voor het bekkie voor Joepie van het Hekkie" zullen we maar zeggen.
Toen mijn geduld echt ten einde was, besloot U.P.C. om mij tegemoet te komen (lachen whà). Ze zouden mij binnen vierentwintig uur terug bellen voor een nieuwe afspraak. Na dat van het kastje naar de muur gestuur was ik het meer dan zat.
: "Meneer ik heb u nu toch aan de lijn laten we nu meteen een afspraak maken"zei ik hoogst geïrriteerd. O wonder dat lukte.
De afspraak staat voor komende woensdag. Maar of ze komen en hoe, wat, wanneer??
We zien het wel weer.
Word vervolgt........
Marjolein's uitspraken.
Zie vegetarisme als een vorm van beschaving.
Jonge merel.

Een grappig eigenwijs mereltje, net uit zijn nest in ons tuintje.
dinsdag 23 november 2010
Saartje.
Afgelopen zondag vierde mijn schoonzus het feit dat zij "Saartje" had gezien. Nou houden wij in de familie niet zo van het idee om dat met een rare pop aan de buitenwereld te tonen. Maar wat er bij haar voor het huis stond was toch wel erg groots en grappig.
Kindjes uit de buurt vonden haar ook geweldig en ik was lang niet de enige die haar fotograveerde.
Vervolgens konden wij ons te goed doen aan allerlei heerlijke hapjes.
In de aanbouw stond allerlei heerlijks uitgestald. Er stond ook netjes bij wat "wat" was, zodat we ons niet af vroegen of het al dan niet vegetarisch was.
Al met al werd dus niet alleen de jarige verwend.
Saartje haar zelf.
Zonder speldje zou je toch echt niet zeggen dat dit Sara is.
Toen het donker werd gingen wij, met een verzadigd gevoel, weer richting huis, maar eerste kiekte ik "Saar"nogmaals.
Ditmaal gelukkig geen file, maar de dijk Enkhuizen/ Lelystad is echt ook niet alles. Ben altijd weer blij goed thuis te komen.
Het was stikke donker, maar volle maan.

Begrafenis.
Afgelopen vrijdag naar de begrafenis van mijn oom gegaan.
Natuurlijk kwamen we weer te laat. Maar hoe vroeg moet je van huis gaan tegenwoordig? Wilbur had avonddienst gehad, dus wilde ik hem ook niet te vroeg laten rijden (bovendien moest hij na de begrafenis meteen door naar zijn werk). In elk geval stonden we (ook) richting Amersfoort in de file. 's Morgens nog bij a.n.w.b. on line gekeken, stonden er geen files en zouden we het in een half uur moeten halen. We gingen een uur tevoren weg en deden er nog langer over. Nou hoefde ik zelf niet zo nodig bij de opbaring te zijn, maar de dienst wilde ik toch niet missen. Djin bleek die morgen zwak ziek en misselijk te zijn, dat zat me ook niet lekker en Shèr moest naar haar werk. Samen met Shèr het huis verlaten.
Eenmaal op de snelweg gebeurde er iets moois. Terwijl wij rustig over de snelweg snorden richting begrafenisdienst, reed op een viaduct, boven ons hoofd, een ruiter te paard. Buiten dat het een mooi gezicht was, vond ik dat weer een wonderlijk gegeven. Aangezien mijn oom gek op paarden was.
Mooi zulke momenten.
We kwamen dus net te laat aan. Het eerste gezang was achter de rug, daaraan hadden we niets gemist. Wel gênant om dan binnen te lopen en de verstoorde blikken te moeten ondergaan.
De voorganger kwam goed over. Hij had in zijn preek de "aangenomen" kleinkinderen verwerkt. Met de woorden :"Zou jij mijn opa willen zijn.......". Voor de rest veel gezang van grijze duiven, op een gegeven moment dacht ik even :" Wat doe ik hier, ik hoor hier niet" Vreselijk dat klagende gezang wat hoopgevend is bedoelt. Gelukkig had ik Wilbur bij me, anders had ik me wel heel verlaten gevoelt. Mijn nicht hield een mooie toespraak, heel dichterlijk met mooie woorden vertelde zij zijn levensverhaal.
Hierin zat een gedeelte over paarden (een verhaal wat haar nog maar een paar dagen tevoren ter oren was gekomen, maar te......om hier neer te tikken). Dat maakte het paard op het viaduct nog meer bijzonder.
Het meest indrukwekkende van deze ceremonie was wel toen het kleine schattige blonde meisje van een jaar of vijf, de kist mocht meedragen. Zij liep voorop, haar moeder liep achter te snikken.
Dan krijg je of je het wil of niet een brok in je keel.
Wij zijn met ontstoken lichten achter de stoet aangereden, richting de Dodenweg (zo heet het daar echt, dat verzin je toch niet!).
Het was een lange weg over de begraafplaats richting laatste rustplaats. Ik liep hem al voor de derde keer, eerst mijn nichtje, toen mijn tante en nu mijn oom. Toch vind ik een begrafenis indrukwekkender dan een crematie, die zwarte kraaien met hun hoge hoed op die de kist dan dragen. Wilbur had ook zijn zwarte hoed op. Bij de laatste rustplaats zetten de kraaien uit respect hun hoed af, Wilbur ook. Ik kon een glimlach niet onderdrukken.
Bij het graf werden nog wat woorden gesproken en aansluitend werd het Friesevolkslied gespeelt.
In de aula nog met wat familie gesproken, koffie en een broodje genuttigd en mijn nichten goed vastgehouden.
Een indrukmakende dag.
Natuurlijk kwamen we weer te laat. Maar hoe vroeg moet je van huis gaan tegenwoordig? Wilbur had avonddienst gehad, dus wilde ik hem ook niet te vroeg laten rijden (bovendien moest hij na de begrafenis meteen door naar zijn werk). In elk geval stonden we (ook) richting Amersfoort in de file. 's Morgens nog bij a.n.w.b. on line gekeken, stonden er geen files en zouden we het in een half uur moeten halen. We gingen een uur tevoren weg en deden er nog langer over. Nou hoefde ik zelf niet zo nodig bij de opbaring te zijn, maar de dienst wilde ik toch niet missen. Djin bleek die morgen zwak ziek en misselijk te zijn, dat zat me ook niet lekker en Shèr moest naar haar werk. Samen met Shèr het huis verlaten.
Eenmaal op de snelweg gebeurde er iets moois. Terwijl wij rustig over de snelweg snorden richting begrafenisdienst, reed op een viaduct, boven ons hoofd, een ruiter te paard. Buiten dat het een mooi gezicht was, vond ik dat weer een wonderlijk gegeven. Aangezien mijn oom gek op paarden was.
Mooi zulke momenten.
We kwamen dus net te laat aan. Het eerste gezang was achter de rug, daaraan hadden we niets gemist. Wel gênant om dan binnen te lopen en de verstoorde blikken te moeten ondergaan.
De voorganger kwam goed over. Hij had in zijn preek de "aangenomen" kleinkinderen verwerkt. Met de woorden :"Zou jij mijn opa willen zijn.......". Voor de rest veel gezang van grijze duiven, op een gegeven moment dacht ik even :" Wat doe ik hier, ik hoor hier niet" Vreselijk dat klagende gezang wat hoopgevend is bedoelt. Gelukkig had ik Wilbur bij me, anders had ik me wel heel verlaten gevoelt. Mijn nicht hield een mooie toespraak, heel dichterlijk met mooie woorden vertelde zij zijn levensverhaal.
Hierin zat een gedeelte over paarden (een verhaal wat haar nog maar een paar dagen tevoren ter oren was gekomen, maar te......om hier neer te tikken). Dat maakte het paard op het viaduct nog meer bijzonder.
Het meest indrukwekkende van deze ceremonie was wel toen het kleine schattige blonde meisje van een jaar of vijf, de kist mocht meedragen. Zij liep voorop, haar moeder liep achter te snikken.
Dan krijg je of je het wil of niet een brok in je keel.
Wij zijn met ontstoken lichten achter de stoet aangereden, richting de Dodenweg (zo heet het daar echt, dat verzin je toch niet!).
Het was een lange weg over de begraafplaats richting laatste rustplaats. Ik liep hem al voor de derde keer, eerst mijn nichtje, toen mijn tante en nu mijn oom. Toch vind ik een begrafenis indrukwekkender dan een crematie, die zwarte kraaien met hun hoge hoed op die de kist dan dragen. Wilbur had ook zijn zwarte hoed op. Bij de laatste rustplaats zetten de kraaien uit respect hun hoed af, Wilbur ook. Ik kon een glimlach niet onderdrukken.
Bij het graf werden nog wat woorden gesproken en aansluitend werd het Friesevolkslied gespeelt.
In de aula nog met wat familie gesproken, koffie en een broodje genuttigd en mijn nichten goed vastgehouden.
Een indrukmakende dag.
Abonneren op:
Posts (Atom)
