Koninginnennacht.

Op de avond voor koninginnendag moest ik helaas werken. Het was heerlijk weer, gelukkig had ik 's middags nog lekker in het tuintje kunnen rommelen. Om half zes was het al een drukte van belang op de koninginnenmarkt, schuivelend bewoog ik me door de drukte richting werk. Van af het kantoorgebouw was het uitzicht op de markt een heel gezellig gezicht. Tijdens de pauze kregen we een oranje tompoes aangeboden.

Om tien uur haalde Wilbur me op van het werk en zijn we de hele stad door geslenterd. Uiteindelijk belanden we op een terrasje, net op de hoek van een winkelstraat. Het was heel gezellig om naar al die vreemd uitgedoste mensen te kijken. Aan de overkant van de winkelstraat stond een aangeschote meneer die praatjes had tegen iedereen. Zelf hou ik daar niet zo van, maar tegen wil en dank moesten we er af en toe toch om lachen. Op een gegeven moment hoorde ik een mevrouw zeggen dat ze het heel gezellig vond in de stad, toen ik opkeek zag ik onze burgemeester langs lopen.  God wat jammer nou, de aangeschote meneer was net naar binnen gelopen om nieuwe drankjes te halen. Was toch wel benieuwd wat hij tegen haar zou hebben gezegd.
We wilden net nog een drankje bestellen, toen het langzaam begon te druppelen, we besloten het voor gezien te houden en door de stromende regen keerden we huiswaarts.